Achtervoegsels in de taalkunde begrijpen
In de taalkunde is een achtervoegsel een morfeem dat aan het einde van een woord wordt toegevoegd om een nieuw woord te vormen of om een bepaalde grammaticale functie aan te duiden. Een achtervoegsel is doorgaans een letter of een groep letters die aan het einde van een stamwoord wordt toegevoegd om de betekenis of functie ervan te veranderen. Het woord 'gelukkig' kan bijvoorbeeld 'geluk' worden door het achtervoegsel '-heid' toe te voegen aan het einde van het grondwoord "gelukkig". Op dezelfde manier kan het woord "run" "runner" worden door het achtervoegsel "-er" toe te voegen aan het einde van het stamwoord "run".
In het geval van "suffixed" wordt het woord gevormd door het achtervoegsel "-ed" toe te voegen " aan het einde van het stamwoord "achtervoegsel". Het resulterende woord, "achtervoegsel", is een nieuw woord dat aangeeft dat er iets is toegevoegd aan het einde van een ander woord.