Amon - De koning van de goden in de oude Egyptische religie
Amon (ook bekend als Amon of Amen) was een belangrijke godheid in de oude Egyptische religie, vereerd als de koning van de goden en de god van de wind. Men geloofde dat hij de schepper en instandhouder van al het leven was, en werd vaak afgebeeld met de kop van een ram of een mens. Naast zijn rol als schepper en instandhouder werd Amon ook geassocieerd met de farao's en werd hij verondersteld hun goddelijke beschermheer en beschermer. Veel farao's namen de naam Amon-Ra aan (wat 'Amon is koning' betekent) ter ere van deze godheid. Aemons gemalin was de godin Mut, en zijn zoon was de god Khonsu. Hij werd vaak afgebeeld met deze twee goden in kunstwerken en inscripties. De aanbidding van Amon vond plaats in Thebe (het huidige Luxor), waar hij verondersteld werd te verblijven in een tempel die aan hem was gewijd. Deze tempel, bekend als het Karnak-tempelcomplex, is een van de grootste en meest indrukwekkende religieuze plekken in het oude Egypte. Amons invloed strekte zich uit tot buiten Egypte, en hij werd vereerd door andere culturen in het oude Nabije Oosten. Hij werd vaak geassocieerd met de zonnegod Ra, en samen geloofden ze dat ze over het universum regeerden. Over het geheel genomen was Amon een machtige en belangrijke godheid in de oude Egyptische religie, vereerd vanwege zijn rol in de schepping, het in stand houden van het leven en het beschermen van de farao's. Zijn nalatenschap is nog steeds te zien in de vele tempels en artefacten die aan hem zijn gewijd.