Cardiometers begrijpen: typen en functies
Een cardiometer is een medisch apparaat dat wordt gebruikt om het vermogen van het hart om bloed effectief te pompen te meten. Het wordt doorgaans gebruikt bij het diagnosticeren en monitoren van hartaandoeningen zoals hartfalen, coronaire hartziekte en hartritmestoornissen. Er zijn verschillende soorten cardiometers, waaronder: 1. Elektrocardiogram (ECG): Dit is een test die de elektrische activiteit van het hart registreert. Het kan abnormale ritmes detecteren en de algehele functie van het hart bepalen. Echocardiogram: Dit is een echografietest waarbij geluidsgolven worden gebruikt om afbeeldingen van het hart te maken. Het kan de grootte, vorm en functie van het hart meten, en eventuele schade of ziekten detecteren. Stress-echocardiogram: Dit is een test die een echocardiogram combineert met lichaamsbeweging of medicatie om het hart te belasten en het reactievermogen ervan te meten. Cardiale MRI: dit is een test waarbij magnetische velden en radiogolven worden gebruikt om gedetailleerde beelden van het hart te maken. Het kan elke schade of ziekte detecteren, zoals littekenweefsel of ontsteking. Hartkatheterisatie: dit is een test waarbij een dunne buis (katheter) in het hart wordt ingebracht om de druk en de bloedstroom te meten. Het kan aandoeningen diagnosticeren zoals coronaire hartziekte en hartklepproblemen. De cardiometer meet het vermogen van het hart om bloed effectief rond te pompen door de ejectiefractie te berekenen, het percentage bloed dat bij elke hartslag uit het hart wordt gepompt. Een normale ejectiefractie ligt rond de 55-70%. Een lagere ejectiefractie kan duiden op hartfalen of andere aandoeningen. Samenvattend is een cardiometer een medisch apparaat dat wordt gebruikt om het vermogen van het hart te meten om bloed effectief rond te pompen, en er zijn verschillende soorten cardiometers beschikbaar, waaronder ECG, echocardiogram, stress-echocardiogram, cardiale MRI en hartkatheterisatie.