


Chokecherry (Prunus virginiana): een bladverliezende struik met eetbaar fruit en traditioneel gebruik
Chokecherry (Prunus virginiana) is een bladverliezende struik of kleine boom die afkomstig is uit Noord-Amerika. Het is een lid van de rozenfamilie en staat ook bekend als chokekers, Virginia chokecherry en wilde chokecherry.
De vrucht van de chokecherry is een kleine, ronde steenvrucht die in kleur varieert van geel tot rood tot paars. De vrucht is eetbaar, maar wordt niet vaak geconsumeerd vanwege de bittere smaak en harde textuur. De vrucht is echter een belangrijke voedselbron voor veel dieren, waaronder vogels, kleine zoogdieren en insecten. Chokekerstruiken worden meestal aangetroffen in open bossen, prairies en langs beken en rivieren. Ze kunnen tot 20 voet lang worden en hebben een spreiding van ongeveer 15 voet. De bladeren van de appelkers zijn ovaal van vorm en hebben een puntige punt, terwijl de schors glad en grijsbruin is. Chokekers heeft verschillende traditionele toepassingen, waaronder als voedsel-, medicijn- en kleurstofplant. De vrucht is rijk aan antioxidanten en wordt gebruikt om jam, gelei en wijn te maken. De schors en bladeren van de plant zijn gebruikt om verschillende aandoeningen te behandelen, waaronder koorts, reuma en spijsverteringsproblemen. De plant is ook gebruikt als natuurlijke kleurstof voor stof en haar. Over het geheel genomen is appelkers een belangrijke plant in Noord-Amerikaanse ecosystemen, die voedsel en leefgebied biedt voor veel dieren en dient als traditioneel medicijn en verfplant voor inheemse gemeenschappen.



