


De fascinerende geschiedenis van dogholes: het doel achter kleine gaten in materialen blootleggen
Doghole is een term die in het verleden werd gebruikt om te verwijzen naar een soort klein, ondiep gat of holte die in verschillende materialen kan worden aangetroffen, waaronder hout en steen. De term wordt vaak geassocieerd met de praktijk van het boren van kleine gaatjes in deze materialen om decoratieve patronen of ontwerpen te creëren. In de context van houtbewerking werden bijvoorbeeld soms dogholes in houten planken geboord om een patroon van kleine gaatjes te creëren die gebruikt konden worden als een gids voor het zagen of vormgeven van het hout. De gaten werden doorgaans met regelmatige tussenpozen geboord en konden worden gevuld met een contrasterende kleur van hout of andere materialen om een decoratief effect te creëren. De term ‘hondengat’ zou zijn oorsprong vinden in het idee dat de kleine gaatjes leken op de gaten die honden zouden maken. graaf in de grond. In de loop van de tijd is de term niet meer algemeen gebruikt en wordt hij nu vooral aangetroffen in historische referenties en restauratie van antiek meubilair.



