De geschiedenis van Woadwaxen: een luxe kleurstof voor middeleeuwse adel
Woadwaxen is een archaïsche term voor een soort was die werd gebruikt om stof te verven. Het werd gemaakt van de hars van de wedeplant (Isatis tinctoria), die oorspronkelijk uit Europa en Azië kwam. De hars werd verzameld door de takken van de plant af te snijden, het sap eruit te laten sijpelen en het vervolgens in te koken om een dikke, kleverige substantie te creëren. Deze was werd vervolgens gebruikt om stoffen, vooral wol en linnen, in blauw- en paarstinten te verven. Houtwas was een belangrijk handelsartikel in middeleeuws Europa, omdat het werd gebruikt om de kenmerkende blauwe kleuren te creëren die door de adel werden gewaardeerd. Het proces van het verven van stof met woadwaxen was tijdrovend en arbeidsintensief, waarbij meerdere stappen en het gebruik van gespecialiseerde apparatuur betrokken waren. Als gevolg hiervan waren de kosten van woadwaxen relatief hoog, waardoor het een luxeartikel werd dat alleen toegankelijk was voor de rijken. Tegenwoordig wordt woadwaxen niet langer als kleurstof gebruikt, omdat er synthetische alternatieven zijn ontwikkeld die goedkoper en gemakkelijker te gebruiken zijn. De term wordt echter nog steeds gebruikt in historische heropvoeringen en in de studie van middeleeuws textiel om de traditionele methode te beschrijven van het verven van stof met wedehars.