


De kunst van Gasconade: de geschiedenis en het gebruik van opschepperij begrijpen
Gasconade is een term die zijn oorsprong vindt in de 17e eeuw en verwijst naar een soort opschepperig of overdreven gepraat, vaak gebruikt om indruk te maken op anderen met iemands vermeende prestaties of bezittingen. Het woord is afgeleid van de Franse uitdrukking 'gasser', wat 'opscheppen' of 'opscheppen' betekent, en werd vaak gebruikt in Engeland en andere Engelssprekende landen tijdens de renaissance- en barokperiode. De term Gasconade wordt vaak geassocieerd met de idee van 'op de eigen trompet blazen', of zelfpromotie, en werd vaak gebruikt om iemand te beschrijven die buitensporig over zijn eigen prestaties of bezittingen praat. In modern gebruik wordt de term vaak breder gebruikt om elke vorm van overdreven of opschepperig gepraat te beschrijven, of het nu over zichzelf of over anderen gaat.
Voorbeelden van Gasconade in een zin:
1. Hij gaat altijd maar door over zijn vermeende successen, het is maar gasconade.
2. Ze zit zo vol met gasconade dat ik het niet meer kan verdragen om bij haar in de buurt te zijn.
3. Hij is eigenlijk niet zo succesvol als hij beweert te zijn, het is allemaal maar gasconade.



