De veelzijdige kookpot: een essentieel kookmiddel door de geschiedenis heen
Een ketel is een grote, diepe pot of ketel die wordt gebruikt om op open vuur te koken. Het is meestal gemaakt van metaal, zoals gietijzer of roestvrij staal, en heeft een zware bodem om de warmte gelijkmatig te verdelen. Kookketels worden vaak gebruikt voor het maken van soepen, stoofschotels en andere gerechten die lang en langzaam moeten worden gekookt. Ze kunnen ook worden gebruikt voor het koken van water of andere vloeistoffen. In de middeleeuwen waren kookketels een veelvoorkomend verschijnsel in keukens en werden ze gebruikt voor het koken van grote hoeveelheden voedsel voor feesten en banketten. Ze werden vaak boven een open vuur gehangen of op een driepoot boven een haard geplaatst. Tegenwoordig worden kookpotten nog steeds gebruikt in sommige traditionele kookpraktijken, zoals bij de bereiding van paella in Spanje en andere gerechten in andere culturen. Kookketels kunnen in verschillende maten verkrijgbaar zijn, variërend van kleine, draagbare tot grote, robuuste exemplaren die gebruikt in commerciële keukens. Ze zijn vaak gemaakt met een deksel om de warmte binnen te houden en een handvat om ze gemakkelijk op te tillen en te gieten. Sommige kookketels hebben ook een ingebouwde zeef of vergiet om overtollige vloeistof of vaste stoffen af te tappen.