Dermobranchiate dieren: onderwater ademen met huidkieuwen
Dermobranchiate (van het Griekse 'derma' dat huid betekent en 'branchia' dat kieuwen betekent) is een term die in de zoölogie wordt gebruikt om een dier te beschrijven dat huidkieuwen heeft of door zijn huid ademt. Dit type ademhaling wordt huidademhaling genoemd. Bij dieren fungeert de huid als ademhalingsorgaan, waardoor de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide tussen de omgeving en de bloedbaan mogelijk is. Dit proces is essentieel voor waterdieren die geen toegang hebben tot lucht, zoals vissen, amfibieën en sommige reptielen. Dermobranchiate dieren worden doorgaans aangetroffen in wateromgevingen, waar ze hun huid gebruiken om zuurstof uit het omringende water te absorberen. De huid bevat gespecialiseerde cellen, sensorische organen genaamd, die veranderingen in de omgeving helpen detecteren en de ademhaling reguleren. Enkele voorbeelden van dermobranchiate dieren zijn: 1. Vis: Veel vissoorten hebben huidkieuwen waardoor ze onder water kunnen ademen. Deze kieuwen bestaan uit dunne weefseldraden die zuurstof uit het water halen.
2. Amfibieën: Kikkers en padden hebben huidklieren die slijm produceren, waardoor ze onder water kunnen ademen. De huid bevat ook gespecialiseerde cellen die 'ademhalingsorganen' worden genoemd en waarmee ze gassen kunnen uitwisselen met de omgeving. Reptielen: Sommige soorten schildpadden en krokodillen hebben huidkieuwen waardoor ze lange tijd onder water kunnen blijven. Insecten: Sommige insecten, zoals de duikklokspin, hebben huidkieuwen waardoor ze onder water kunnen ademen. Deze kieuwen bestaan uit gespecialiseerde cellen die zuurstof uit het water halen. Over het geheel genomen hebben dermobranchiate dieren unieke aanpassingen ontwikkeld die hen in staat stellen te overleven in aquatische omgevingen zonder toegang tot lucht.