Esters begrijpen: eigenschappen, voorbeelden en toepassingen
Esters zijn een soort organische verbinding die wordt gevormd door de reactie tussen een zuur en een alcohol. Ze komen vaak voor in de natuur en worden gebruikt in een breed scala aan toepassingen, waaronder als oplosmiddelen, smaakstoffen en geurstoffen. Esters worden doorgaans verkregen uit de reactie van een carbonzuur (zoals azijnzuur of boterzuur) met een alcohol (zoals als ethanol of isopropylalcohol). De algemene formule voor een ester is R-COO-R', waarbij R en R' koolwaterstofketens zijn. De carbonzuurgroep (-COO-) is de functionele groep die esters hun karakteristieke eigenschappen en toepassingen geeft. Enkele veel voorkomende voorbeelden van esters zijn: Ethylacetaat (CH3COOCH2CH3), dat wordt gebruikt als oplosmiddel bij de productie van verven en coatings en andere materialen.
* Butylacrylaat (CH2=CHCOO-C4H9), dat wordt gebruikt als monomeer bij de productie van polymeren en kleefstoffen.
* Methylsalicylaat (C6H4COOCH3), dat wordt gebruikt als geurstof in parfums en andere producten voor persoonlijke verzorging. Glycerolesters, zoals glyceroltristearaat (C18H35O2), die worden gebruikt als emulgatoren en smeermiddelen in een verscheidenheid aan toepassingen. Esters zijn ook een belangrijke klasse van biologische moleculen. Vetten en oliën zijn bijvoorbeeld esters van glycerol met vetzuren, terwijl wassen esters zijn van alcoholen met lange ketens met vetzuren. De verestering van eiwitten en andere biomoleculen is ook een belangrijke post-translationele modificatie die een rol speelt in verschillende cellulaire processen.