Flaps bij chirurgie begrijpen: soorten, procedures en voordelen
In het kader van een operatie is een flap een stukje huid of ander weefsel dat wordt uitgesneden en naar een ander deel van het lichaam wordt verplaatst. De term 'flap' verwijst naar zowel het stuk weefsel dat wordt verplaatst als de chirurgische ingreep zelf.
Er zijn verschillende soorten flappen, waaronder:
1. Lokale flappen: Dit zijn kleine stukjes huid die uit hetzelfde gebied worden gehaald als de wond of het defect.
2. Regionale flappen: Dit zijn grotere stukken huid die uit een nabijgelegen gebied worden gehaald, zoals een arm of been.
3. Vrije flappen: dit zijn stukjes huid en onderliggend weefsel die uit een afgelegen deel van het lichaam worden gehaald en naar een ander gebied worden overgebracht. Samengestelde flappen: Dit zijn flappen die zowel huid als onderliggend weefsel bevatten, zoals spieren of botten. Flaps kunnen worden gebruikt om wonden te bedekken, defecten te herstellen of beschadigde delen van het lichaam te reconstrueren. Ze kunnen ook worden gebruikt om het uiterlijk van littekens of andere cosmetische problemen te verbeteren. Het proces van het verplaatsen van een flap naar een ander deel van het lichaam omvat verschillende stappen, waaronder: 1. Voorbereiding van de donorplaats: Het gebied waaruit de flap zal worden verwijderd, wordt voorbereid op een operatie.
2. Het optillen van de flap: De flap wordt voorzichtig van de donorplaats getild en op zijn plaats gehouden met hechtingen of nietjes.
3. Overbrengen van de flap: De flap wordt voorzichtig naar de ontvangende plaats verplaatst en vastgemaakt met behulp van hechtingen, nietjes of andere fixatiemiddelen. 4. Het sluiten van de wond: De incisie wordt gesloten, meestal met hechtingen of nietjes. Flaps kunnen worden gebruikt bij een verscheidenheid aan chirurgische procedures, waaronder borstreconstructie na borstamputatie, herstel van gezichtsletsel en behandeling van brandwonden.