Het verschil begrijpen tussen acute en chronische aandoeningen
Acuut verwijst naar iets dat ernstig, intens of van korte duur is. In de context van de geneeskunde is een acute aandoening een aandoening die plotseling ontstaat en een kort beloop heeft, en vaak binnen een paar dagen of weken verdwijnt. Voorbeelden van acute aandoeningen zijn onder meer verkoudheid, griep, gebroken botten en blindedarmontsteking. Chronische aandoeningen daarentegen zijn langdurig en hardnekkig en duren vaak maanden of jaren. Voorbeelden van chronische aandoeningen zijn onder meer diabetes, hartziekten en artritis. Dus in het geval van een patiënt met pijn op de borst kan de pijn, als deze ernstig en plotseling is, als een acute aandoening worden beschouwd, terwijl als de pijn al een tijdje aanwezig is. lange tijd zou het als een chronische aandoening worden beschouwd.