Homografen begrijpen: voorbeelden en verwarringen
Een homograaf is een woord dat hetzelfde wordt gespeld als een ander woord, maar een andere betekenis heeft. 'Bas' kan bijvoorbeeld verwijzen naar een soort vis of naar het lage geluid van een muziekinstrument.
Hier zijn enkele voorbeelden van homografen:
1. Bas (vis) / bas (lage toon)
2. Beer (dier) / beer (dragen of verdragen)
3. Boog (lint) / boog (om te buigen of te buigen)
4. Citeren (citeren) / zicht (het vermogen om te zien)
5. Herten (dieren) / lieve (geliefde)
6. Flair (natuurlijk talent of aanleg) / flare (een plotselinge uitbarsting van vuur of licht)
7. Haar (haar op het menselijk lichaam) / haas (een langbenig, snel bewegend zoogdier)
8. Erfgenaam (een persoon die eigendommen of een titel erft) / lucht (de substantie die we inademen) 9. Mes (een snijinstrument) / ridder (een middeleeuwse krijger)
10. Weten (je ergens van bewust zijn) / nee (een negatieve reactie)
Homografieën kunnen verwarrend zijn, maar ze zijn niet hetzelfde als homofonen, dit zijn woorden die hetzelfde klinken maar een verschillende betekenis hebben. 'To', 'too' en 'twee' zijn bijvoorbeeld homofonen, maar 'bas' en 'beer' zijn homografen.