Homozygotie begrijpen: definitie, voorbeelden en betekenis
Homozygotie verwijst naar de aanwezigheid van twee kopieën van hetzelfde allel (één geërfd van elke ouder) op een specifieke locus (positie) op een chromosoom. Met andere woorden, beide kopieën van een gen zijn hetzelfde. Als een persoon bijvoorbeeld het genotype AA heeft voor een bepaald gen, is hij of zij homozygoot voor dat gen omdat hij twee kopieën van hetzelfde allel (A) heeft. Homozygotie kan gebruikt om elk gen of locus op een chromosoom te beschrijven, maar het wordt meestal gebruikt om genen te beschrijven die geassocieerd zijn met specifieke eigenschappen of ziekten. Als een persoon bijvoorbeeld homozygoot is voor een mutatie in een gen dat een bepaalde ziekte veroorzaakt, is de kans groter dat hij die ziekte ontwikkelt. Homozygotie kan ook worden gebruikt om de mate van verwantschap tussen individuen te beschrijven. Broers en zussen die beide ouders delen, zijn bijvoorbeeld homozygoot op veel plaatsen op hun chromosomen, terwijl niet-verwante individuen minder identieke allelen zullen hebben en daarom minder homozygoot zijn. Het is belangrijk op te merken dat homozygotie zowel gunstig als schadelijk kan zijn, afhankelijk van de context. Sommige genetische aandoeningen worden veroorzaakt door homozygotie voor een gemuteerd allel, terwijl andere eigenschappen kunnen worden beïnvloed door homozygotie op meerdere loci.