Hydriden begrijpen: typen, voorbeelden en eigenschappen
Geef voorbeelden. Hydriden zijn verbindingen die waterstof bevatten die is gebonden aan een ander element, meestal een meer elektronegatief element zoals zuurstof, stikstof of koolstof. Deze verbindingen worden vaak gevormd wanneer waterstof reageert met een meer elektronegatief element om een covalente binding te vormen. Hydriden kunnen in verschillende vormen worden aangetroffen, waaronder moleculaire hydriden, metaalhydriden en interstitiële hydriden. Voorbeelden van hydriden zijn: 1. Water (H2O): Dit is een van de meest voorkomende hydriden en wordt gevormd wanneer waterstof zich aan zuurstof bindt.
2. Ammoniak (NH3): In deze verbinding bindt waterstof zich aan stikstof.
3. Methaan (CH4): Waterstof bindt zich aan koolstof in dit eenvoudige organische molecuul.
4. Lithiumhydride (LiH): Dit is een voorbeeld van een metaalhydride, waarbij waterstof zich aan het metaal bindt.
5. Koolstofnanobuisjes (CNT's): Dit zijn materialen die waterstof bevatten die gebonden is aan koolstofatomen in hun structuur. Borohydriden: Dit zijn verbindingen die waterstof gebonden aan boor bevatten, zoals natriumboorhydride (NaBH4).
7. Waterstofchalcogeniden: Dit zijn verbindingen die waterstof bevatten gebonden aan zwavel, selenium of tellurium, zoals waterstofselenide (H2Se) en waterstoftelluride (H2Te).
8. Organometaalhydriden: Dit zijn verbindingen die waterstof bevatten gebonden aan een metaalatoom, zoals titaniumhydride (TiH2) en zirkoniumhydride (ZrH2). Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele verschillende soorten hydriden die er bestaan. Hydriden zijn te vinden in een breed scala aan materialen, van eenvoudige organische moleculen tot complexe metaalverbindingen.