Interrupts in besturingssystemen begrijpen
Interrupts zijn een mechanisme waarmee het besturingssysteem een actief programma kan pauzeren of onderbreken en een gebeurtenis of taak kan afhandelen die onmiddellijke aandacht vereist. Wanneer er een interrupt optreedt, stopt de CPU met het uitvoeren van het huidige programma en springt naar een speciale routine, een zogenaamde interrupt handler of interrupt service routine (ISR), om de gebeurtenis af te handelen. Er zijn veel soorten interrupts, waaronder: 1. Hardware-interrupts: deze worden geactiveerd door hardwareapparaten zoals toetsenbordaanslagen, netwerkpakketten of het verstrijken van de timer.
2. Software-interrupts: deze worden geactiveerd door softwaregebeurtenissen zoals systeemaanroepen of functieaanroepen.
3. Onderbrekingen van externe apparaten: deze worden geactiveerd door externe apparaten zoals timers, tellers of sensoren.
4. Interrupts van interne apparaten: Deze worden geactiveerd door interne apparaten zoals het toetsenbord, de muis of de netwerkinterface. Interrupts zijn een essentieel onderdeel van besturingssystemen en worden gebruikt om een breed scala aan taken te beheren, waaronder:
1. Systeembeheer: Interrupts kunnen worden gebruikt om systeembronnen zoals geheugen, CPU-tijd en I/O-apparaten te beheren.
2. Gebruikerstoepassingen: Interrupts kunnen worden gebruikt om gebruikersverzoeken af te handelen, zoals toetsenbordaanslagen, muisklikken of netwerkpakketten.
3. Hardwarebeheer: Interrupts kunnen worden gebruikt om hardwareapparaten zoals schijfstations, printers en netwerkinterfaces te beheren.
4. Foutafhandeling: Interrupts kunnen worden gebruikt om fouten en uitzonderingen af te handelen die optreden tijdens de uitvoering van programma's. Interrupts zijn een belangrijk concept in de informatica en worden gebruikt in een breed scala aan toepassingen, waaronder ingebedde systemen, realtime systemen en algemene besturingssystemen. systemen.