Inzicht in de Kshatriya-kaste in het hindoeïsme en het boeddhisme
Kshatriya is een sociale klasse in het hindoeïsme en het boeddhisme, die verwijst naar de heersende en strijderskaste. De term is afgeleid van het Sanskrietwoord ‘kshatra’, dat ‘heerschappij’ of ‘macht’ betekent. In het oude India werden de Kshatriya's beschouwd als de hoogste sociale klasse, en bekleedden ze machts- en gezagsposities, onder meer als koningen, koninginnen en militaire leiders. In het hindoeïsme wordt aangenomen dat de Kshatriya's de afstammelingen zijn van de goden en godinnen, en zij worden beschouwd als de beschermers van dharma (rechtvaardigheid) en de handhavers van gerechtigheid. Er wordt ook van hen verwacht dat ze bedreven zijn in vechtsporten en oorlogvoering, en dat ze in staat zijn hun koninkrijken en onderdanen te verdedigen tegen bedreigingen van buitenaf. In het boeddhisme worden de Kshatriya’s gezien als een van de vier varna’s, of sociale klassen, samen met de brahmanen. priesters en geleerden), Vaishyas (kooplieden en handelaars) en Shudras (arbeiders). De Boeddha leerde dat alle individuen, ongeacht hun kaste of sociale status, verlichting konden bereiken en aan de cyclus van lijden konden ontsnappen als ze het Achtvoudige Pad volgden. In de moderne tijd is het concept van Kshatriya geëvolueerd om niet alleen degenen te omvatten die posities bekleden macht en autoriteit, maar ook degenen die kwaliteiten vertonen zoals moed, leiderschap en onbaatzuchtige dienstbaarheid aan anderen.