


Inzicht in de stadia van AIDS- en HIV-infecties
AIDS (Acquired Immune Deficiency Syndrome) is een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem van het lichaam ernstig wordt beschadigd door het Human Immunodeficiency Virus (HIV). Mensen met AIDS hebben een verzwakt immuunsysteem, waardoor ze gevoeliger zijn voor opportunistische infecties en bepaalde soorten kanker. HIV wordt voornamelijk verspreid via seksueel contact, het delen van naalden of overdracht van moeder op kind tijdens de zwangerschap, bevalling of borstvoeding. Er zijn er verschillende stadia van de HIV-infectie, en AIDS is het meest geavanceerde stadium. Andere fasen zijn onder meer:
1. Acute HIV-infectie: Deze fase treedt kort na de infectie op en kan symptomen veroorzaken zoals koorts, vermoeidheid en gezwollen klieren. Chronische HIV-infectie: Dit stadium kan meerdere jaren duren en wordt gekenmerkt door een geleidelijke afname van het aantal CD4-cellen.
3. HIV-infectie in een laat stadium: Dit stadium staat ook bekend als AIDS en wordt gedefinieerd door een CD4-celtelling van 200 cellen/mm3 of minder. Symptomen van AIDS zijn onder meer: 1. Opportunistische infecties, zoals pneumocystis-pneumonie, tuberculose en toxoplasmose.
2. Kanker, zoals Kaposi-sarcoom, lymfoom en baarmoederhalskanker.
3. Gewichtsverlies en verspillingssyndroom.
4. Koorts, vermoeidheid en nachtelijk zweten.
5. Diarree en andere gastro-intestinale symptomen.
6. Epileptische aanvallen en neurologische problemen. Er bestaat geen remedie voor AIDS, maar antiretrovirale therapie (ART) kan helpen de aandoening onder controle te houden en de progressie van HIV te vertragen. Preventiemethoden zoals profylaxe vóór blootstelling (PrEP), profylaxe na blootstelling (PEP) en veilige sekspraktijken kunnen ook het risico op overdracht verminderen.



