Inzicht in halsstarrigheid in de Bijbel
Stijfheid is een term die in de Bijbel wordt gebruikt om een koppige weigering te beschrijven om zich aan Gods wil te onderwerpen of naar Zijn leiding te luisteren. Het wordt vaak geassocieerd met een verharding van het hart en een afwijzing van Gods wegen. In het Oude Testament wordt het Hebreeuwse woord 'kamah' soms vertaald als 'hardnekkigheid'. Dit woord wordt gebruikt om de herhaalde weigering van de Israëlieten om Gods geboden te gehoorzamen te beschrijven, en hun neiging om hun hart tegen Hem te verharden. In het Nieuwe Testament wordt het Griekse woord 'porkos' ook gebruikt om halsstarrigheid te beschrijven. Dit woord brengt het idee van koppigheid of koppigheid over, en wordt vaak gebruikt om degenen te beschrijven die zich verzetten tegen de leringen van Jezus en de apostelen. Stijfheid wordt in zowel het Oude als het Nieuwe Testament als een negatieve eigenschap beschouwd, omdat het tot geestelijke blindheid kan leiden. en scheiding van God. De Bijbel moedigt gelovigen aan om zichzelf voor God te vernederen, naar Zijn stem te luisteren en zich aan Zijn wil te onderwerpen.