Inzicht in kraamstal in de varkenshouderij

Werpen is het proces waarbij varkens, vooral zeugen, worden gefokt met als doel nakomelingen te produceren. Het gaat om het paren van een mannelijk varken (een zwijn genoemd) met een vrouwelijk varken (een zeug genoemd) om biggen te produceren. De term "farrowing" komt van het Oud-Engelse woord "far" dat "varken" betekent en "row" dat "dragen of voortbrengen" betekent. Het werpen is een belangrijk onderdeel van de varkenshouderij, omdat het de eerste stap is in de productie van biggen die uiteindelijk zullen worden grootgebracht voor vlees of andere producten. Het proces omvat doorgaans verschillende stappen, waaronder:

1. Selectie van de fokdieren: De boer selecteert gezonde zeugen en beren van hoge kwaliteit om de best mogelijke nakomelingen te garanderen.
2. Het paren van de zeugen: De beren worden bij de zeugen geïntroduceerd in een gecontroleerde omgeving, zoals een fokhok, waar ze handmatig of via kunstmatige inseminatie worden gefokt.
3. Controle van de dracht: Na het paren worden de zeugen gecontroleerd op tekenen van dracht, zoals gewichtstoename en gedragsverandering.
4. Werpen: Wanneer de zeug klaar is om te werpen, wordt ze verplaatst naar een kraamhok of -hok waar ze haar biggen veilig kan afleveren.
5. Zorg voor de biggen: Na het werpen worden de biggen verzorgd door de boer, die hen van voedsel, water en onderdak zal voorzien totdat ze oud genoeg zijn om gespeend te worden en naar andere faciliteiten te worden verplaatst. Over het algemeen is het werpen een belangrijk onderdeel van de varkenshouderij, omdat het de eerste stap is in de productie van gezonde biggen van hoge kwaliteit die uiteindelijk vlees of andere producten zullen worden.