Kaliber in vuurwapens begrijpen: een gids voor grootte en kracht
Kalibers zijn de interne diameter van een geweerloop, of de afstand over de landen (schroefdraad) in de loop. Het kaliber van een geweer verwijst naar de grootte van het projectiel dat het afvuurt, en wordt doorgaans gemeten in inches of millimeters. Een geweer van kaliber .22 vuurt bijvoorbeeld een projectiel af met een diameter van 0,22 inch (5,6 mm). Een groter kaliber betekent een groter projectiel en een groter potentieel voor meer kracht en een groter bereik. Grotere kalibers zijn echter ook vaak zwaarder en moeilijker te hanteren, dus er is een afweging tussen grootte en bruikbaarheid. Er zijn veel verschillende kalibers beschikbaar voor verschillende soorten vuurwapens, variërend van kleine pistolen tot grote geweren. Enkele veel voorkomende kalibers zijn:
* .22 (5,6 mm)
* .38 (9,1 mm)
* .40 (10,2 mm)
* .45 (11,4 mm)
* .50 (12,7 mm)
Het is belangrijk op te merken dat het kaliber van een wapen is slechts één factor waarmee rekening moet worden gehouden bij het kiezen van een vuurwapen. Andere belangrijke factoren zijn onder meer het type vuurwapen (pistool, geweer, jachtgeweer), de lengte van de loop, het actietype (semi-automatisch, grendelactie, enz.) en het totale gewicht en gevoel van het pistool.