Niet-infectieuze ziekten begrijpen: oorzaken, voorbeelden en verspreiding
Niet-infectieuze ziekten zijn ziekten die niet worden veroorzaakt door de aanwezigheid van ziekteverwekkers, zoals bacteriën of virussen. In plaats daarvan worden deze ziekten veroorzaakt door andere factoren, zoals genetica, blootstelling aan het milieu of levensstijlkeuzes. Voorbeelden van niet-infectieuze ziekten zijn: 1. Genetische aandoeningen: dit zijn aandoeningen die worden veroorzaakt door veranderingen in het DNA van een persoon, zoals sikkelcelanemie of cystische fibrose.
2. Auto-immuunziekten: dit zijn aandoeningen waarbij het immuunsysteem per ongeluk gezonde cellen en weefsels aanvalt, zoals reumatoïde artritis of lupus. Blootstelling aan het milieu: Blootstelling aan bepaalde omgevingsfactoren, zoals luchtvervuiling of giftige chemicaliën, kan niet-infectieuze ziekten veroorzaken. Blootstelling aan asbest kan bijvoorbeeld mesothelioom veroorzaken.
4. Levensstijlkeuzes: Bepaalde levensstijlkeuzes, zoals roken of een slecht dieet, kunnen het risico op het ontwikkelen van niet-infectieuze ziekten vergroten. Roken is bijvoorbeeld een belangrijke risicofactor voor longkanker en hartziekten. Het is belangrijk op te merken dat hoewel niet-infectieuze ziekten niet door ziekteverwekkers worden veroorzaakt, ze toch besmettelijk kunnen zijn in de zin dat ze kunnen worden verspreid via contact met een geïnfecteerde persoon of via blootstelling aan een vervuilde omgeving. Iemand met een besmettelijke auto-immuunziekte zoals reumatoïde artritis kan de ziekte bijvoorbeeld door nauw contact naar anderen verspreiden.