Overbridges begrijpen: soorten, voordelen en constructiemethoden
Een overbrug, ook wel bovenleiding of viaduct genoemd, is een soort brug die over een andere weg, spoorlijn of waterweg loopt, waardoor het verkeer er zonder onderbrekingen onderdoor kan. Het is in wezen een brug die een andere brug of een weg oversteekt, in plaats van twee landmassa's met elkaar te verbinden. Overbruggen worden vaak gebruikt in stedelijke gebieden waar meerdere wegen of spoorwegen elkaar op verschillende niveaus kruisen, omdat ze de verkeersopstopping helpen verminderen en de verkeersstroom. Ze kunnen ook worden gebruikt om verkeerslichten of kruispunten te omzeilen, waardoor reizen efficiënter wordt.
Er zijn verschillende soorten overbruggen, waaronder:
1. Luchtbruggen: Dit zijn de meest voorkomende soorten overbruggen, die bestaan uit een brugdek dat met behulp van kabels of balken aan pijlers of kolommen wordt opgehangen.
2. Viaducten: Deze zijn vergelijkbaar met bovengrondse bruggen, maar worden doorgaans gebruikt voor hogesnelheidsverkeer en hebben een ruimere bocht zodat voertuigen sneller kunnen rijden voordat ze de lagere weg oversteken. Onderdoorgangen: Dit zijn het tegenovergestelde van overbruggen, waarbij een weg of spoorlijn onder een andere weg of spoorlijn doorgaat.
4. Overgangsbruggen: Deze worden gebruikt op kruispunten waar twee snelwegen samenkomen, waardoor verkeer elkaar kan oversteken zonder te stoppen. Overbruggen kunnen worden geconstrueerd met behulp van een verscheidenheid aan materialen en technieken, waaronder beton, staal en geprefabriceerde componenten. Ze kunnen ook worden ontworpen met verschillende functies, zoals verlichting, bewegwijzering en veiligheidsbarrières, om veilig en efficiënt reizen te garanderen.