Postils begrijpen: een gids voor middeleeuwse manuscriptannotaties
Postils zijn een soort annotatie of kanttekening die vaak werd gebruikt in middeleeuwse manuscripten. Ze werden doorgaans in de marge van de tekst geschreven en werden gebruikt om aanvullende informatie of uitleg te geven over de inhoud van de hoofdtekst. Postils kunnen worden geschreven door de schrijver die het manuscript heeft gekopieerd, of door latere eigenaren of lezers die hun eigen aantekeningen of commentaar wilden toevoegen. Postils kunnen veel verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het doel en de context waarin ze zijn geschreven. Enkele veel voorkomende soorten postils zijn:
1. Glossen: Dit zijn korte uitleg of definities van sleuteltermen of concepten die in de hoofdtekst voorkomen.
2. Marginalia: Dit zijn aantekeningen of commentaren geschreven in de marge van de tekst, vaak door latere lezers of eigenaren van het manuscript.
3. Rubrieken: Dit zijn koppen of titels die worden gebruikt om de inhoud van de hoofdtekst te ordenen en te structureren.
4. Scholia: Dit zijn aantekeningen of commentaren die in de marge van de tekst zijn geschreven, vaak door latere geleerden of redacteuren die het manuscript bestudeerden.
5. Interlineaire glossen: dit zijn aantekeningen of commentaren die tussen de regels van de hoofdtekst worden geschreven, vaak om aanvullende informatie of uitleg te geven over de inhoud van de tekst. Over het geheel genomen waren postils een belangrijk kenmerk van de middeleeuwse manuscriptcultuur en kunnen ze waardevolle informatie verschaffen inzichten in de manieren waarop lezers en schrijvers omgingen met de teksten die ze kopieerden en bestudeerden en deze begrepen.