Serialisatie en deserialisatie begrijpen bij programmeren
Serialisatie is het proces waarbij een object wordt geconverteerd naar een formaat dat kan worden opgeslagen of verzonden, en het vervolgens weer naar een object wordt geconverteerd wanneer dat nodig is. Hierdoor kunnen gegevens in een bestand worden opgeslagen of via een netwerk worden verzonden, en kan het worden gebruikt om het oorspronkelijke object te herstellen wanneer het weer nodig is.
Er zijn verschillende manieren om objecten te serialiseren, maar enkele veelgebruikte methoden zijn:
1. Serialiseren naar een bestand: hierbij worden de gegevens van het object naar een bestand geschreven, zodat deze later kunnen worden ingelezen.
2. Serialiseren naar een stroom: hierbij worden de gegevens van het object naar een stroom bytes geschreven, die via een netwerk kan worden verzonden of in een bestand kan worden opgeslagen.
3. Serialiseren naar een database: Dit houdt in dat de gegevens van het object in een database worden opgeslagen, zodat deze later kunnen worden opgehaald en gebruikt.
4. Serialiseren naar JSON of XML: Dit houdt in dat de gegevens van het object worden geconverteerd naar een formaat dat gemakkelijk kan worden gelezen en geschreven, zoals JSON (JavaScript Object Notation) of XML (Extensible Markup Language). Serialiseren naar een binair formaat: Dit omvat het converteren van de gegevens van het object naar een binair formaat, wat efficiënter kan zijn voor het opslaan en verzenden van grote hoeveelheden gegevens. Deserialisatie is het proces waarbij de geserialiseerde gegevens terug worden omgezet in een object dat door de gebruiker kan worden gebruikt. programma. Dit wordt doorgaans gedaan door de geserialiseerde gegevens uit een bestand of stream te lezen en deze vervolgens te gebruiken om een nieuw exemplaar van het oorspronkelijke object te maken.