


Symbiose begrijpen: typen, voorbeelden en belang
Symbiose is een nauwe en vaak langdurige relatie tussen verschillende soorten, waarbij de ene soort, de symbiont, in nauwe samenwerking leeft met een andere soort, de gastheer. De relatie kan voor beide partijen gunstig, schadelijk of neutraal zijn. De term 'symbiose' werd in 1879 bedacht door de Duitse bioloog Heinrich Anton de Bary en komt van de Griekse woorden 'syn' (wat 'samen' betekent) en 'bios'. (wat 'leven' betekent).
Symbiose kan vele vormen aannemen, zoals:
* Mutualisme: een relatie waarin beide soorten profiteren, zoals de relatie tussen clownvissen en zeeanemonen.
* Commensalisme: een relatie waarin één soort profiteert en de andere wordt niet beïnvloed, zoals de relatie tussen remora-vissen en haaien. Parasitisme: een relatie waarbij de ene soort profiteert en de andere wordt geschaad, zoals de relatie tussen lintwormen en hun gastheren. Symbiose kan in veel verschillende soorten worden aangetroffen ecosystemen, waaronder terrestrische, zoetwater- en mariene omgevingen. Het is een belangrijk aspect van de natuurlijke wereld en heeft een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van veel soorten.



