Trochleae begrijpen: typen, functies en locaties
Trochlea (meervoud: trochleae) is een soort gewricht of articulatie dat optreedt tussen twee botten in het lichaam. Het wordt gekenmerkt door een groef of kanaal op het ene bot dat over een uitsteeksel op het andere bot past, waardoor glijdende beweging mogelijk is. De term 'trochlea' komt van het Griekse woord 'trokhē', wat 'een katrol' betekent. Dit komt doordat het gewricht lijkt op een katrolsysteem, waarbij de botten binnen de groef heen en weer bewegen als een touw dat over een katrol gaat. Trochleae worden aangetroffen in verschillende delen van het lichaam, waaronder de pols, enkel, knie en elleboog. Ze maken flexie- en extensiebewegingen mogelijk, evenals een zekere mate van rotatie. Een voorbeeld van een trochlea is het radio-ulnaire gewricht in de onderarm, dat de radius- en ellepijpbeenderen met elkaar verbindt. Dit gewricht maakt flexie en extensie van de pols mogelijk, evenals rotatie van de onderarm. Een ander voorbeeld is het talocrurale gewricht in de enkel, dat de talus- en fibula-botten met elkaar verbindt en flexie en extensie van de voet mogelijk maakt. Over het algemeen zijn trochleae belangrijk voor het vergemakkelijken van beweging en het handhaven van de juiste uitlijning van de botten en gewrichten van het lichaam.