


Veelvoorkomende denkfouten in argumentatie: misleidende redeneringen begrijpen en vermijden
Geef voorbeelden. Een denkfout is een onjuist of misleidend argument, vaak gebaseerd op een foutieve redenering of valse premissen. Hier zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden van drogredenen:
1. Ad hominem-aanval: het bekritiseren van de persoon die het argument maakt in plaats van het argument zelf aan te pakken. Voorbeeld: "Je bent gewoon een domme idioot, dus je idee is verkeerd." 2. Stroman-argument: het verkeerd voorstellen of overdrijven van het argument van een tegenstander om het gemakkelijker te maken om aan te vallen. Voorbeeld: "Mijn tegenstander wil drugs legaliseren en kinderen de vrije loop laten op straat." Vals dilemma: slechts twee opties presenteren alsof ze de enige mogelijkheden zijn, terwijl er andere alternatieven kunnen zijn. Voorbeeld: "Je bent óf voor ons, óf tegen ons." Gladde hellingsfout: suggereren dat één gebeurtenis onvermijdelijk zal leiden tot een reeks negatieve gebeurtenissen zonder daarvoor bewijs te leveren. Voorbeeld: "Als we het homohuwelijk toestaan, zullen we vervolgens bestialiteit en polygamie toestaan." Een beroep doen op autoriteit: de mening van een autoriteitsfiguur gebruiken om een argument te ondersteunen zonder feitelijk bewijs te leveren. Voorbeeld: "Mijn dokter zegt dat vaccins gevaarlijk zijn, dus moeten ze ook gevaarlijk zijn." Overhaaste generalisatie: een conclusie trekken op basis van onvoldoende of bevooroordeeld bewijs. Voorbeeld: "Ik heb een onbeleefde persoon uit dat land ontmoet, dus alle mensen uit dat land zijn onbeleefd." Circulair redeneren: hetzelfde argument gebruiken om zichzelf te bewijzen, waardoor een circulaire logica ontstaat. Voorbeeld: "God bestaat omdat de Bijbel het zegt, en de Bijbel is waar omdat het het woord van God is." Valse oorzaak-misvatting: ervan uitgaan dat de ene gebeurtenis de andere veroorzaakte zonder voldoende bewijs te leveren. Voorbeeld: "Mijn team heeft de wedstrijd verloren omdat ik de verkeerde sokken droeg." 9. De vraag stellen: de waarheid aannemen van de conclusie waarvoor wordt gepleit, in plaats van deze te bewijzen. Voorbeeld: "We moeten de militaire uitgaven verhogen om ons land veilig te houden, omdat de nationale veiligheid van het grootste belang is." Een beroep doen op emotie: emoties gebruiken om te overtuigen in plaats van logisch te redeneren. Voorbeeld: 'Denk aan de kinderen!' om een beleid te ondersteunen zonder rekening te houden met de daadwerkelijke effecten ervan.



