Wat is een onweerlegbaar vermoeden in de wet?
In de wet is een onweerlegbaar vermoeden een vermoeden dat niet kan worden weerlegd of ondermijnd door bewijs van het tegendeel. Met andere woorden, het is een vermoeden waarvan wordt aangenomen dat het waar is, tenzij het tegendeel wordt bewezen, en elk bewijs dat dit tegenspreekt, wordt niet in overweging genomen. In sommige rechtsgebieden bestaat er bijvoorbeeld een onweerlegbaar vermoeden dat een persoon die al een bepaalde tijd vermist is, periode (zoals zeven jaar) dood is, ongeacht of hun lichaam is gevonden of niet. Dit betekent dat als iemand verdwijnt en zeven jaar lang niets meer wordt vernomen, zijn familieleden of andere partijen ervan kunnen uitgaan dat hij of zij overleden is, zonder dat er enig bewijs van overlijden hoeft te worden overlegd. Onweerlegbare vermoedens worden vaak gebruikt in gerechtelijke procedures om het proces voor het bewijzen van bepaalde feiten te vereenvoudigen of de noodzaak van complexe en tijdrovende onderzoeken te vermijden. Ze kunnen echter ook controversieel zijn, omdat ze soms kunnen leiden tot onjuiste aannames over de feiten van een zaak.