Wat is homogeniteit? Definitie, voorbeelden en betekenis
Homogeen betekent uniform of consistent in samenstelling, structuur of karakter. Met andere woorden, iets dat homogeen is, heeft in zijn geheel dezelfde eigenschappen of kenmerken. Een homogeen mengsel is bijvoorbeeld een mengsel waarin alle componenten dezelfde samenstelling en eigenschappen hebben. Water is een homogene substantie omdat het over het gehele volume dezelfde chemische eigenschappen en consistentie heeft. Aan de andere kant is een heterogeen mengsel een mengsel waarin de componenten verschillende samenstellingen of eigenschappen hebben, zoals een salade met verschillende soorten groenten en dressing. In de wiskunde is een homogene vergelijking een vergelijking waarin alle coëfficiënten gelijk zijn. De vergelijking 2x + 3y = 4 is bijvoorbeeld homogeen omdat alle coëfficiënten gelijk zijn aan 1. De vergelijking 2x + 3y = 5 is daarentegen niet homogeen omdat de coëfficiënt van x verschilt van de coëfficiënt van y.
In de natuurkunde geldt een homogeen materiaal is een materiaal waarvan de eigenschappen in het geheel hetzelfde zijn. Een stuk ijzer is bijvoorbeeld homogeen omdat het over het hele volume dezelfde dichtheid en sterkte heeft. Een stuk hout kan daarentegen heterogeen zijn omdat het verschillende dichtheden en sterkten heeft in verschillende delen van het volume.