Wat is molariteit en hoe bereken je deze?
Molariteit is het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing. Het is een maatstaf voor de concentratie van een oplossing en wordt in de scheikunde vaak gebruikt om de sterkte van een oplossing uit te drukken. Om de molariteit te berekenen, moet je weten hoeveel mol opgeloste stof er in een bepaald volume oplossing aanwezig is. De formule voor molariteit is: Molariteit = aantal mol opgeloste stof / volume oplossing (in liters) Als je bijvoorbeeld 1 mol natriumchloride (NaCl) in 1 liter water hebt, is de molariteit van de oplossing: Molariteit = 1 mol NaCl / 1 liter H2O = 1 mol/L
Over het algemeen geldt: hoe hoger de molariteit van een oplossing, hoe geconcentreerder deze is. Oplossingen met hoge molariteiten worden vaak gebruikt in wetenschappelijk onderzoek en industriële toepassingen waarbij een hoge concentratie van een bepaalde stof nodig is. Wat is het verschil tussen molariteit en normaliteit? Molariteit en normaliteit zijn beide maatstaven voor de concentratie van een oplossing, maar ze verschillen in hun definities en hoe ze worden berekend. Molariteit wordt gedefinieerd als het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing, en wordt berekend door het aantal mol opgeloste stof te delen door het volume van de oplossing in liters. Normaliteit daarentegen wordt gedefinieerd als het aantal equivalente gewichten opgeloste stof per liter oplossing, en wordt berekend door het aantal equivalenten opgeloste stof te delen door het volume van de oplossing in liters. Het belangrijkste verschil tussen molariteit en normaliteit is dat molariteit het werkelijke aantal mol opgeloste stof aanwezig in een oplossing, terwijl normaliteit het aantal equivalente gewichten van opgeloste stof meet dat aanwezig is in een oplossing. Een oplossing van natriumchloride (NaCl) in water heeft bijvoorbeeld een molariteit van 1 mol/l, maar heeft ook een normaliteit van 1 equivalent/L, omdat 1 mol NaCl 58,4 g weegt en 1 equivalent NaCl 58,4 g weegt. Over het algemeen wordt molariteit vaker gebruikt in wetenschappelijk onderzoek en industriële toepassingen waarbij het exacte aantal mol opgeloste stof dat in een oplossing aanwezig is is belangrijk, terwijl normaliteit vaker wordt gebruikt in de analytische chemie en biochemie, waar het aantal equivalente gewichten opgeloste stof in een oplossing relevanter is.